Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement NKvF

Download

vastgesteld op 28 april 2001.
1e aanvulling september 2003; 2e aanvulling februari 2005;
3e aanvulling/wijziging 2 april 2016. 4e aanvulling 3 november 2018.
als bedoeld in hoofdstuk XIII artikel 24 van de statuten
van de Nederlandse Kring van Fuchsiavrienden.

HOOFDSTUK I – ALGEMEEN

Paragraaf A- Bestuurlijke regelingen en verantwoordelijkheden.

Artikel 1

De Nederlandse Kring van Fuchsiavrienden wordt in dit reglement aangeduid met de landelijke vereniging.

Artikel 2 Lid van Verdienste

Lid van Verdienste kan een ieder zijn, die zich op uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor het realiseren van de doelstellingen van de landelijke vereniging.

Leden van Verdienste worden benoemd door de ledenraad op voorstel van het hoofdbestuur.

Artikel 2A

Het lidmaatschap van de NKvF vervalt bij overlijden van het ingeschreven lid. Zijn of haar partner kan na het overlijden van het lid verzoeken aan het hoofdbestuur om het lidmaatschap onder gelijk blijvende voorwaarden voort te zetten. Hierdoor kunnen, na goedkeuring van het hoofdbestuur, de reeds voltooide lidmaatschapsjaren worden meegenomen door de partner.

Een partner is een natuurlijke persoon met wie een huwelijk heeft plaatsgevonden, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of een samenlevingscontract is afgesloten.

Artikel 3

Het hoofdbestuur kan organisaties met een eigen rechtspersoon toelaten tot het lidmaatschap van de landelijke vereniging.

Artikel 4

Op de verschillende bestuurlijke niveaus zijn de besturen als geheel verantwoordelijk voor het uitvoeren van hun taak volgens het gestelde in de statuten en het huishoudelijk reglement.

Ieder bestuurslid is persoonlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de hem/haar toebedeelde taak en is verplicht daarover verantwoording af te leggen aan het orgaan waarvan hij/zij deel uitmaakt.

Er dient een rooster van aftreden voor de leden van het hoofdbestuur te worden opgesteld. Indien één of meer bestuursleden tussentijds wensen af te treden zijn zij gehouden daarvan zo spoedig mogelijk kennis te geven aan de secretaris. De aftredende bestuursleden blijven, indien mogelijk, in functie totdat hun opvolgers zijn benoemd.

Nieuwe bestuursleden worden kandidaat gesteld door het hoofdbestuur. Leden kunnen tegenkandidaten stellen. De voordracht hiertoe moet schriftelijk en voorzien van tenminste 10 handtekeningen van leden van de vereniging, uiterlijk 10 dagen voor de vergadering van de ledenraad, worden ingediend.

Artikel 5

Oproepen tot het bijwonen van vergaderingen moeten door de secretaris tenminste drie weken van tevoren schriftelijk ter kennis van de leden worden gebracht onder vermelding van plaats, aanvangstijdstip en een zo compleet mogelijke vergaderagenda met voorstellen en toelichting, opgesteld door voorzitter en secretaris.

Indien onderwerpen van groot belang op zeer korte termijn behandeld moeten worden, kan het betreffende orgaan bij hoge uitzondering van deze regel afwijken en het tijdstip van oproep verplaatsen naar minimaal één week voor het tijdstip van de vergadering.

Artikel 6

De voorzitter waakt in het bijzonder over de belangen van de landelijke vereniging.

Hij/zij is belast met de leiding van de vergadering van de ledenraad, het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter leidt de vicevoorzitter de vergaderingen. Is ook deze afwezig, dan wordt in onderling overleg door de aanwezigen een waarnemend voorzitter aangewezen. De ledenraad kan eventueel besluiten om bij bepaalde agendapunten de vergadering te laten leiden door een ander dan de voorzitter.

Hij/zij is bevoegd besprekingen over een onderwerp te beëindigen, eventueel tot stemming te besluiten, de vergadering voor kortere of langere tijd te schorsen en te sluiten. Hij/zij kan iemand het woord ontnemen. Hij/zij kan iemand verzoeken de vergadering tijdelijk te verlaten, aan welk verzoek gevolg moet worden gegeven.

Hij/zij en de secretaris tekenen de notulen na vaststelling door de vergadering. Hij/zij leidt de rondvraag waarbij hij/zij iedere vraagsteller direct beantwoordt of doet beantwoorden of zegt toe het antwoord op korte termijn mondeling of schriftelijk te geven of te laten geven.

Artikel 7

Een van de leden van het hoofdbestuur wordt benoemd tot secretaris.

De secretaris voert de correspondentie en houdt daarvan afschrift. Hij/zij legt de gemaakte afspraken schriftelijk vast. Hij/zij legt een archief aan dat desgevraagd aan medebestuursleden ter inzage moet worden gegeven.

Hij/zij is belast met het convoceren en notuleren van de vergaderingen van de ledenraad, het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur, het samenstellen van het jaarverslag voor zover dit niet aan anderen is opgedragen en het verzorgen van het archief.

Hij/zij tekent de uitgaande brieven namens het bestuur. Bij belangrijke stukken, ter beoordeling van het betreffende orgaan, tekenen de voorzitter en de secretaris. De secretaris zal, naar zijn/haar mening, belangrijke ingekomen stukken zo spoedig mogelijk ter kennis van de voorzitter brengen.

De secretaris kan, onder goedkeuring van het hoofdbestuur, bepaalde taken, behorende tot zijn/haar werkzaamheden, aan iemand anders overdragen.

Artikel 8

Een van de leden van het hoofdbestuur wordt benoemd tot penningmeester.

De penningmeester is belast met het beheer van de aan hem/haar toevertrouwde geldmiddelen. Hij/zij zorgt voor een tijdige inning van de toekomende gelden en voor betaling van de verschuldigde bedragen.

Hij/zij is belast met de facturering en de inning van de incasso’s van de adverteerders.

Hij/zij houdt aantekening van de ontvangsten en uitgaven onder aanwijzing van de aard der ontvangsten en uitgaven en op welk jaar deze betrekking hebben. Hij/zij voert de administratie op zodanige wijze, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen zijn vast te stellen.

Hij/zij ziet toe, dat de bij begrotingspost vastgestelde uitgaven niet worden overschreden en waarschuwt het dagelijks bestuur indien dit dreigt te gebeuren. Hij/zij brengt desgevraagd of op eigen initiatief tussentijds verslag uit van de financiële toestand van de landelijke vereniging in de vergaderingen van het dagelijks bestuur, het hoofdbestuur en de ledenraad. Hij/zij is verplicht aan deze organen of aan hun gemachtigden alle inlichtingen betreffende zijn beheer te verschaffen en inzage van de bescheiden te geven.

Hij/zij zorgt er voor dat elk jaar in het decembernummer van het landelijke verenigingsorgaan, de ledenraad worden herinnerd dat zij hun contributie voor het komende jaar moeten voldoen. Voordat door hem/haar voorstellen tot opzegging van het lidmaatschap worden gedaan, worden de betreffende leden middels een persoonlijke kennisgeving in de gelegenheid gesteld de contributie alsnog voor 1 maart te voldoen.

Hij/zij is bevoegd tot het opnemen van (een deel van) de saldi bij banken en tot het betalen van nota’s tot een bedrag van maximaal € 4.500. Voor bedragen groter dan € 4.500 is tevens de handtekening van de voorzitter of de secretaris noodzakelijk, met uitzondering van interne overboekingen.

Na afsluiting van het boekjaar vraagt hij/zij de CFC (Commissie Financiële Controle) de jaarstukken te controleren. Daarna biedt hij/zij de jaarstukken en de begroting voor het komende jaar aan het hoofdbestuur aan. Na acceptatie biedt het hoofdbestuur ze aan de ledenraad aan. De stukken worden door alle leden van het hoofdbestuur getekend, waarmee ze collectief de verantwoordelijkheid hiervoor nemen. Na verkregen decharge door de ledenraad in de jaarvergadering bundelt de penningmeester alle stukken, inclusief de jaaroverzichten, in een pakket en vermeldt daarop de inhoud en het jaartal. Daarna wordt dit pakket gedurende tenminste zeven jaren opgeborgen in het archief.

Hij/zij voert het beheer over de administratie van het activiteitenfonds.

Artikel 9

Een van de leden van het hoofdbestuur kan worden benoemd tot vicevoorzitter.

De vicevoorzitter houdt zich op de hoogte van de totale gang van zaken in de landelijke verenigingen en houdt zich gereed om, indien nodig, de voorzitter te vervangen. Tijdens de waarneming van het voorzitterschap heeft hij/zij dezelfde rechten en plichten als de voorzitter.

Artikel 10

Een van de leden van het hoofdbestuur wordt benoemd tot ledensecretaris.

De ledensecretaris zorgt voor een accurate uitvoering van de ledenadministratie. De optredende mutaties worden zo snel mogelijk verwerkt en maandelijks, als er mutaties zijn, aan de secretarissen van de betreffende regionale verenigingen toegestuurd.

Hij/zij zorgt er voor dat de penningmeester regelmatig schriftelijk van de voor deze van belang zijnde gegevens wordt voorzien en houdt het bestuur globaal op de hoogte van de stand van zaken.

De ledenadministratie dient zodanig te zijn ingericht, dat telkenjare naar de toestand per 1 maart een exacte telling van het aantal leden per regionale vereniging kan worden verricht. Het resultaat van deze telling wordt zo spoedig mogelijk na 1 maart schriftelijk aan de leden van de ledenraad en aan de secretarissen van de regionale verenigingen toegezonden.

Buitenlandse leden worden niet automatisch ingedeeld bij een regionale vereniging. Zij kunnen op hun schriftelijk verzoek bij een regionale afdeling worden ingedeeld en hebben dan dezelfde rechten en plichten als de andere regioleden.

Op verzoek verstrekt de ledensecretaris aan alle leden van het hoofdbestuur een geactualiseerde ledenlijst.

De ledensecretaris zendt alle nieuwe leden een introductiepakket, waarvan de inhoud door het HB wordt vastgesteld.

Artikel 11

Een van de leden van de UTC zal zitting nemen in het hoofdbestuur. Voor deze benoeming wordt door de UTC een voordracht ingediend. Hij/zij vertolkt het standpunt van de UTC binnen het hoofdbestuur. Hij/zij is de verbindingsschakel tussen de UTC en het bestuur.

Artikel 12

Een van de leden van de redactiecommissie zal zitting nemen in het hoofdbestuur. Voor deze benoeming wordt door de redactiecommissie een voordracht ingediend.

Hij/zij is verantwoordelijk voor het redigeren, het opmaken en het uitgeven van het landelijke verenigingsorgaan.

Weigering van kopij, uitstel van plaatsing, inkorten van tekst, vindt plaats in overleg met de auteur.

De redactiecommissie behoudt de eindverantwoordelijkheid, tenzij het hoofdbestuur na weigering, in beroep alsnog tot volledige of gedeeltelijke plaatsing besluit. Te plaatsen stukken namens het bestuur vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactiecommissie.

Hij/zij is bovendien verantwoordelijk voor zaken samenhangend met auteursrechten.

Artikel 13

Een van de leden van de websitecommissie zal zitting nemen in het hoofdbestuur. Voor deze benoeming wordt door de websitecommissie een voordracht ingediend.

Hij/zij is verantwoordelijk voor de inhoud van de digitale presentatie van de landelijke vereniging.

Het hoofdbestuur kan buiten verantwoordelijkheid van de websitecommissie mededelingen op de website doen plaatsen.

Hij/zij ziet erop toe dat de website nationaal en internationaal een duidelijk beeld geeft van de activiteiten van de landelijke vereniging.

De websitecommissie zorgt ervoor dat regio-activiteiten voldoende aandacht krijgen.

Artikel 14

De grenzen van de regionale verenigingen worden op voorstel van het hoofdbestuur, na overleg met de regionale besturen, vastgesteld door de ledenraad. Ditzelfde is het geval bij opheffing, samenvoeging of splitsing van regionale verenigingen (de grenzen worden vastgelegd in de bij dit reglement behorende bijlage A).

Regionale verenigingen zijn vrij in het opstellen van hun statuten, met dien verstande dat die voor de vaststelling door het hoofdbestuur van de landelijke vereniging moeten worden getoetst aan de statuten van de landelijke vereniging.

Het bestuur van een regionale vereniging kan het hoofdbestuur verzoeken een lid bij een andere regionale vereniging in te delen. Dit verzoek dient met redenen omkleed bij het hoofdbestuur te worden ingediend, waarna deze binnen 3 maanden een besluit hierover neemt. De ledensecretaris zal het lid, in overleg met dat lid, bij een andere regionale vereniging indelen.

De regionale besturen zijn over de besteding van hun gelden verantwoording schuldig aan hun leden. Uit een oogpunt van bestuurlijke openheid wordt door de landelijke vereniging verzocht om een exemplaar van het jaarverslag aan de penningmeester en secretaris van de landelijke vereniging ter kennisgeving toe te zenden.

Leden kunnen niet verplicht worden om buiten hun contributie aan de landelijke vereniging bijdragen aan de regionale vereniging te doen. Niet-leden/leden van andere regionale verenigingen kunnen als donateur worden ingeschreven. Aan dit donateurschap kunnen geen rechten worden ontleend. Dit moet in het huishoudelijk reglement van de regionale vereniging worden vermeld.

Regionale verenigingen die niet meer voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van het minimumaantal bestuursleden dienen dit binnen 4 weken, nadat dit tot uiting is gekomen door het vertrek van één of meer bestuursleden, dit schriftelijk te melden aan het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur zal hierna met het bestuur van de regionale vereniging overleggen op welke wijze de werkzaamheden voortgang kunnen vinden.

Artikel 15

De reis- en verblijfskosten van de afgevaardigden van de regionale verenigingen voor het bijwonen van de vergaderingen van de ledenraad worden gedragen door de landelijke vereniging.

Artikel 16

In geval van dreigende opheffing van een regionale vereniging zal het bestuur van de landelijke vereniging trachten die opheffing te voorkomen. Blijkt dit niet mogelijk dan zullen leden van de betreffende regionale vereniging in de gelegenheid worden gesteld om bij een aangrenzende of andere regionale vereniging te worden ingedeeld.

Bij splitsing van een regionale vereniging, waarbij het saldo overeenkomstig artikel 21 van de statuten voor de regionale verenigingen is ondergebracht bij de landelijke vereniging, zal het saldo worden verdeeld over de nieuw op te richten regionale verenigingen. De verdeling gebeurt naar rato van het aantal leden, waarbij een minimum van 50 leden wordt gehanteerd.

Splitsing mag niet leiden tot elkaar overlappende regio’s.

Artikel 17

Bestuurders van regionale verenigingen kunnen desgewenst voor hun respectievelijke taken worden bijgeschoold. Het hoofdbestuur kan hierbij een coördinerende rol spelen.

De kosten voor de bijscholing van de leden van het bestuur van regionale verenigingen komen in eerste instantie voor rekening van de betreffende regionale vereniging.

HOOFDSTUK II – FINANCIËN

Artikel 18 Toewijzing gelden

De regionale verenigingen ontvangen uit de kas van de landelijke vereniging een financiële bijdrage.

Die bestaat uit een basisbedrag, een bedrag per regio en een bedrag per lid. Deze bedragen worden bij besluit van de ledenraad vastgesteld.

De UTC, de redactiecommissie van het verenigingsorgaan en de websitecommissie krijgen per begrotingspost van het lopende jaargelden toegewezen.

Overschrijding van de in de begroting beschikbaar gestelde budgetten is alleen toegestaan na goedkeuring door de ledenraad.

Artikel 18A

Een regionale vereniging kan als rendabel beschouwd worden als het bedrag aan financiële bijdrage van de landelijke vereniging de te ontvangen contributies van de leden van de regionale vereniging minus € 150,– niet te boven gaan. De regionale vereniging kan in die gevallen kiezen voor voortbestaan, de financiële bijdrage zal dan worden afgetopt op maximaal het bedrag van de te ontvangen contributies uit de regionale vereniging minus € 150,–. Het resterende bedrag van € 150,– is ter gedeeltelijke dekking van de kosten voor de landelijke vereniging.

Artikel 19 Beheer

Contante betalingen dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. Voor zover zij onvermijdelijk zijn, vinden zij alleen plaats tegen afgifte van een deugdelijke kwitantie.

Artikel 20 Besteding

De gelden van de vereniging kunnen worden aangewend voor de doeleinden waarvoor ze bij de vaststelling van de begroting beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 21 Declaraties

Alle noodzakelijke uitgaven, waaronder de reis- en verblijfskosten ten behoeve van de landelijke vereniging, van besturen, bestuursleden, afgevaardigden en commissieleden, worden door de vereniging vergoed.

De bedragen voor vergoeding van gemaakte reiskosten worden bij besluit van de ledenraad vastgesteld en telkens, wanneer dit noodzakelijk blijkt, aangepast. Nimmer zal in de kostenvergoeding een verkapte beloning schuil mogen gaan.

Alle administratie-, telefoon- en portokosten die noodzakelijkerwijs ten behoeve van de landelijke vereniging zijn gemaakt worden vergoed tegen overlegging van een declaratie met specificatie van deze kosten.

Artikel 22 Algemene reserve

Er wordt ten behoeve van de vereniging een algemene reserve gevormd.

De ledenraad bepaalt de omvang van de reserve.

Artikel 23 Kascontrole

De ledenraad benoemt een Commissie Financiële Controle (CFC).

De commissie bestaat uit drie leden en een reservelid. De leden worden benoemd voor een periode van drie jaren, maar zijn terstond herkiesbaar. Het aftreden geschiedt volgens een door het hoofdbestuur op te stellen rooster. Kandidaat-leden van de CFC moeten lid van de vereniging zijn en over boekhoudkundige kennis beschikken.

De commissie controleert op basis van een vast werkprogramma, vast te stellen door de ledenraad, de jaarstukken en brengt hierover verslag uit aan het hoofdbestuur.

De jaarstukken, voorzien van het rapport van de CFC en eventuele nadere verklaringen, worden vervolgens ter vaststelling aan de ledenraad aangeboden.

In het rapport van de CFC wordt in elk geval aandacht besteed aan de volgende punten:

A. waar bestaat de administratie uit;

B. zijn de opmerkingen over het vorige boekjaar verwerkt in het huidige boekjaar;

C. toelichting op eventuele op- en aanmerkingen over de jaarstukken en op voorgestelde correcties;

D. een verklaring of de gepresenteerde cijfers een juist beeld geven van het vermogen per eindeboekjaar en ten aanzien van de juistheid van de baten- en lastenrekening;

E. een advies om de penningmeester te dechargeren voor zijn financiële administratie en het bestuur voor het gevoerde financiële beleid.

De ledenraad kan te allen tijde besluiten om een accountantscontrole te laten uitvoeren.

HOOFDSTUK III – UITGEBREIDE TECHNISCHE COMMISSIE

Paragraaf A Organisatie

Artikel 24 Taak

De taak van de UTC is het ondersteunen van de ledenraad, het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur om het in artikel 2, lid 1, van de statuten van de landelijke vereniging gestelde doel, te weten het verbeteren en verbreiden van de kennis en cultuur van fuchsia’s, te bereiken.

Het zwaartepunt ligt daarbij op:

a. het op verantwoorde wijze veredelen van fuchsia’s en het vastleggen van kennis ter zake;

b. het aanleggen en in stand houden van een zo volledig mogelijke collectie van juist benaamde fuchsiaspecies;

c. het vastleggen en publiceren van gegevens over de beste cultuurwijze van de verschillende species;

d. het vastleggen en publiceren van de juiste gegevens over naam en afkomst van fuchsiacultivars;

e. het uitgeven van een digitale cultivarlijst van in Nederland aanwezige fuchsiacultivars met een zo ruim mogelijke plantbeschrijving en aanwijzingen omtrent de cultuur;

f. het uitgeven van een intern periodiek “UTC-Info”;

g. het verspreiden van kennis betreffende de fuchsiacultuur in woord en geschrift;

h. het laten keuren van nieuwe cultivars.

Paragraaf B Dagelijkse leiding

Artikel 25

De UTC staat onder de dagelijkse leiding van de voorzitter en alsmede een uit de UTC aan te wijzen secretaris/penningmeester. Tevens kan een extra bestuurslid worden aangewezen.

Artikel 26

De voorzitter wordt gekozen door de leden van de UTC. Een van de leden wordt kandidaat gesteld voor het hoofdbestuur van de landelijke vereniging, zie ook artikel 11.

Zijn aftreden is geregeld in artikel 15 van de landelijke statuten.

De secretaris wordt benoemd door de UTC-vergadering.

Artikel 27 UTC-vergadering

Minstens eenmaal per verenigingsjaar komt de UTC-vergadering bijeen. In deze vergadering hebben zitting, naast het bestuur, de door de verschillende werkgroepen aangewezen voorzitters en secretarissen, de redacteur van het periodiek van de UTC en de vertegenwoordiger van de UTC in de websitecommissie. Naast de hier genoemde leden kunnen leden worden uitgenodigd die door de UTC met een speciale taak zijn belast. Zij hebben een adviserende stem.

Paragraaf C De groepen

Artikel 28

De UTC kent een Beschrijvingsgroep, een Botanische groep, een Begeleidingscommissie Keuringen, een Veredelingsgroep en een Winterharden Studiegroep. Elke groep komt minstens eenmaal per verenigingsjaar bijeen voor een werkbespreking. De leden van de groep kiezen hun eigen leiding, waarvan de voorzitter iedere vier jaar aftredend is. Hij/zij is direct herkiesbaar.

Artikel 29

Taak Beschrijvingsgroep:

Het beschrijven van in Nederland voorkomende fuchsiacultivars en primaire kruisingen

Het maken en beheren van een fotoarchief van fuchsiacultivars .

Het verwerken van de beschrijvingen in de Cultivar Inventarislijst (cil)

Het bewerken en beheren van de Cultivar Inventarislijst.

Het beschrijven van de fuchsia’s, die genomineerd zijn tijdens de keuringen uitgevoerd door de BCK en deze inschrijven bij de AFS.

Artikel 30

Taak Botanische groep:

Het verzamelen en in stand houden van een zo volledig mogelijke collectie van species.

Het streven naar een juiste naamgeving.

Het vastleggen en publiceren van de beste kweekmethode voor de verschillende species.

Artikel 31

Taak Winterharden Studiegroep:

Het propaganderen van winterharde fuchsia’s door middel van voorlichting en advies over alle aspecten van de cultuur van winterharde fuchsia’s.

Het uittesten en beoordelen van nieuwe en bestaande fuchsiacultivars in een proeftuin voor onderzoek op mogelijke winterhardheid.

Het begeleiden van bestaande aanplant van winterharde fuchsia’s in model- en proeftuinen.

Het begeleiden en adviseren van keuringscommissies voor de beoordeling van nieuwe winterharde fuchsia’s.

Onderzoek en uitvoering van het doelgericht veredelen van nieuwe winterharde fuchsiacultivars.

Artikel 32

Taak Veredelingsgroep:

Het stimuleren van het ontwikkelen van nieuwe fuchsiacultivars en primaire kruisingen.

Het uitvoeren van gezamenlijke projecten met het doel bepaalde concrete veredelingsdoelen te bereiken.

Door uitwisseling van ideeën en ervaringen de kennis van de groep te vergroten.

Paragraaf D Keuringen

Artikel 33

De NKvF wil bevorderen dat haar leden nieuwe cultivars laten keuren alvorens deze te introduceren. Jaarlijks wordt onder auspiciën van de NKvF een aantal keuringen georganiseerd. De NKvF heeft daartoe een Begeleidingscommissie Keuringen (BCK). Deze commissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en nog 3 leden. De commissie wordt benoemd door de UTC. De voorzitter leidt de algemene gang van zaken tijdens de keuringen. De secretaris voert de administratie van de keuringen en houdt een archief bij. De keuringen worden door een Keuringscommissie uitgevoerd. De keurmeesters worden aangezocht en benoemd door de BCK. De keurmeesters worden voor 4 jaar benoemd met de mogelijkheid van herbenoeming. De keurmeesters kiezen uit hun midden een voorzitter, die als enige naar buiten toe over de keuringen communiceert. Genomineerde planten krijgen een getuigschrift. In het verenigingsorgaan zal aan de genomineerde nieuwe cultivars speciale aandacht worden geschonken.

Paragraaf E Leden

Artikel 34

Alleen leden van de NKvF kunnen lid worden van de UTC, wanneer er aan de doelstelling van de UTC wordt voldaan.

Paragraaf F Geldmiddelen

Artikel 35

Jaarlijks wordt in de begroting van de landelijke vereniging een bedrag gereserveerd voor de UTC.

Het bestuur van de UTC kan hiervan de noodzakelijke uitgaven doen. De financiële administratie wordt gevoerd door de penningmeester van de vereniging. Leden kunnen de door hen, in het belang van de vereniging, gemaakte kosten declareren. Declaraties moeten worden ingediend bij de voorzitter van de UTC, die ze na goedkeuring doorzendt naar de penningmeester. Bij twijfel over de rechtmatigheid van de declaratie beslist de voorzitter van de desbetreffende groep.

Paragraaf G Periodiek

Artikel 36

De UTC kent een periodiek, de “UTC-Info”. De Info is bestemd voor intern gebruik en wordt toegezonden aan alle UTC-leden en de leden van het hoofdbestuur. Toestemming van de voorzitter van de UTC is vereist voor gebruik van artikelen buiten de UTC. Hij/zij voert dienaangaande overleg met de betrokken auteur(s).

Paragraaf H Jaarverslag

Artikel 37

De secretaris stuurt in de maand volgend op de afloop van het verenigingsjaar een verslag van de werkzaamheden in het afgelopen jaar naar de landelijk secretaris.

Paragraaf I Beëindiging lidmaatschap

Artikel 38

Het lidmaatschap van de UTC eindigt automatisch met het eindigen van het lidmaatschap van de landelijke vereniging. Wanneer een lid het lidmaatschap beëindigt, dient dit gemeld te worden bij de secretaris van de betreffende groep. Wanneer een lid twee maal zonder bericht afwezig is bij een werkbespreking, kan de leiding van de groep besluiten het lidmaatschap van de groep op te zeggen.

Paragraaf J Publicaties in het verenigingsorgaan, op website en/of Facebook

Artikel 39

Artikelen bedoeld om onder het hoofd “Uitgebreide Technische Commissie” in het verenigingsorgaan te verschijnen, dienen tijdig toegezonden te worden naar de voorzitter van de UTC. Deze bepaalt of het artikel technisch geschikt is voor dit doel. Daarna zendt hij/zij het door naar de redactiecommissie. Dit geldt eveneens voor materiaal bestemd voor de website en/of Facebook van de landelijke vereniging.

HOOFDSTUK IV – VERENIGINGSORGAAN

Paragraaf A Redactie

Artikel 40

De redactie van het verenigingsorgaan wordt gevoerd door de redactiecommissie. De leden van de redactiecommissie moeten lid zijn van de landelijke vereniging. De leden van de redactiecommissie kunnen te allen tijde, onder opgave van redenen, door de ledenraad van hun functie worden ontheven.

Artikel 41

Naast hetgeen reeds is geregeld in artikel 12 is de voorzitter van de redactiecommissie verantwoordelijk voor een adequate representatie van de vereniging door middel van het verenigingsorgaan.

De redactiecommissie streeft ernaar dat het verenigingsorgaan in de tweede week van de even maanden verschijnt.

Artikel 42

De voorzitter van de redactiecommissie legt de taken van zijn medewerkers schriftelijk vast. In elk geval wordt één van de leden belast met de contacten met de adverteerders in het verenigingsblad. De incasso van de gelden voor de plaatsing van advertenties valt onder de verantwoordelijkheid van de penningmeester van de landelijke vereniging.

Artikel 43

Leden van de redactiecommissie kunnen de voor het redactiewerk gemaakte kosten declareren bij de landelijke penningmeester. Bij twijfel over de rechtmatigheid beslist de voorzitter van de redactiecommissie.

Paragraaf B Vaste Rubrieken

Artikel 44

Het verenigingsorgaan bevat de volgende vaste rubrieken:

a. bestuursmededelingen;

b. mededelingen van de ledensecretaris;

c. mededelingen van de regionale verenigingen.

Hoofdstuk V – Social Media

Artikel 45

De websitecommissie wordt gevormd door de medewerkers hieraan. Zij moeten lid zijn van de landelijke vereniging. De leden van de websitecommissie kunnen te allen tijde, onder opgave van redenen, door de ledenraad van hun functie worden ontheven.

Artikel 46

Naast hetgeen reeds is geregeld in artikel 13 is de voorzitter van de websitecommissie verantwoordelijk voor een digitale presentatie van de vereniging, nationaal en internationaal. De websitecommissie zorgt ervoor dat de website voortdurend geactualiseerd wordt.

Artikel 47

Leden van de websitecommissie kunnen de voor hun werk voor de websitecommissie gemaakte kosten declareren bij de landelijke penningmeester. Bij twijfel over de rechtmatigheid beslist de voorzitter van de websitecommissie.

Artikel 48 Vaste rubrieken

De website bevat in elk geval de volgende onderdelen:

a. bestuursmededelingen;

b. structuur van de vereniging;

c. contactadres voor onmiddellijke reacties;

d. UTC, met alle werkgroepen;

e. verenigingsorgaan;

f. regionieuws;

g. ruimte voor adverteerders;

h. bibliotheekoverzicht;

i. fuchsiashows;

j. links naar andere fuchsia-sites.

De verschillende rubrieken/onderdelen worden tussen de medewerkers verdeeld, waarbij ieder verantwoordelijk is voor zijn presentatie. De voorzitter van de websitecommissie behoudt de eindverantwoordelijkheid.

HOOFDSTUK VI – ACTIVITEITEN

Paragraaf A – reglement activiteiten

Artikel 49 Doelstelling

De doelstelling voor het houden van een tentoonstelling is tweeledig, n.l.:

a. het maken van propaganda voor de fuchsia;

b. het geven van bekendheid aan de landelijke en regionale verenigingen.

Artikel 50 Indeling

De volgende activiteiten worden onderscheiden:

a. nationale tentoonstellingen;

b. regionale tentoonstellingen;

c. andere activiteiten.

Artikel 51 Nationale Tentoonstelling

De vereniging kan een nationale tentoonstelling organiseren.

Een besluit daartoe wordt 2 jaar voor de aanvang van de tentoonstelling genomen door de ledenraad.

In het jaar dat een nationale tentoonstelling wordt gehouden, zullen geen regionale tentoonstellingen worden georganiseerd die ten koste zouden kunnen gaan van de nationale tentoonstelling. Dit ter beoordeling van de ledenraad.

Door het hoofdbestuur wordt een tentoonstellingscommissie benoemd, die onder zijn verantwoordelijkheid, is belast met de gehele organisatie van de nationale tentoonstelling.

Een lid van het hoofdbestuur heeft, als voorzitter, zitting in de tentoonstellingscommissie.

De voorzitter van de commissie houdt tijdens de voorbereiding het dagelijks bestuur op de hoogte van de vorderingen. De berichtgeving verloopt zoveel mogelijk via het secretariaat van de vereniging.

Artikel 52 Begroting

De tentoonstellingscommissie stelt een ontwerpbegroting op die door de ledenraad moet worden vastgesteld.

De begroting mag niet worden overschreden. Wanneer het uitgetrokken bedrag of de uitgetrokken bedragen in de begroting niet toereikend zijn, wordt bij het hoofdbestuur een gemotiveerd verzoek tot wijziging ingediend.

Het hoofdbestuur is in dat geval verplicht te zorgen dat zo snel mogelijk een vergadering van de ledenraad wordt gehouden om tot een besluit te komen.

Na afloop van de tentoonstelling zal de tentoonstellingscommissie aan het dagelijks bestuur de totale rekening en verantwoording aanbieden, waarna die volledig zal worden opgenomen in de jaarstukken van de landelijke vereniging.

Artikel 53 Regionale tentoonstellingen

Een regionale tentoonstelling is een tentoonstelling die wordt gehouden onder de vlag van de landelijke vereniging, wat inhoudt publiciteit via het verenigingsorgaan, de website en Facebook en wordt georganiseerd door één of meer regionale verenigingen.

Het hoofdbestuur zal in overleg met de besturen van de regionale verenigingen proberen te voorkomen, dat rond dezelfde tijd, meerdere tentoonstellingen in hetzelfde deel van het land worden gehouden. Het hoofdbestuur kan hierbij een coördinerende rol spelen. Daarom is het wenselijk dat de te houden show/tentoonstelling tenminste één jaar van tevoren bij het hoofdbestuur wordt aangemeld.

Artikel 54 Andere activiteiten

Hieronder worden verstaan andere activiteiten dan tentoonstellingen, die beogen het doel van de vereniging, als geformuleerd in art. 2 van de statuten, te verwezenlijken. Ook hiervoor dient tijdig de toestemming aan het hoofdbestuur te worden gevraagd om ze te mogen houden onder de vlag van de NKvF.

Om overlapping/overvoering te voorkomen kan het hoofdbestuur de toestemming weigeren.

Paragraaf B Activiteitenfonds

Artikel 55 Doelstelling

Er wordt een activiteitenfonds ingesteld.

Dit fonds dient om activiteiten, die de doelstelling van de vereniging bevorderen, financieel te ondersteunen.

De inkomsten van het activiteitenfonds bestaan uit:

a. vrijwillige bijdragen, bijvoorbeeld uit de winst van succesvolle tentoonstellingen;

b. een door de ledenraad vast te stellen bijdrage uit de algemene middelen van de landelijke vereniging.

Artikel 56 Beheer

Het fonds wordt beheerd door het hoofdbestuur. De penningmeester van de NKvF voert de administratie binnen de administratie van de landelijke vereniging.

Artikel 57 Uitgaven

Als de begrote kosten van een activiteit uitgaan boven het eigen vermogen van de regionale vereniging, kan er een lening uit het activiteitenfonds worden aangevraagd.

Aanvragen moeten worden gericht aan het hoofdbestuur, vergezeld van een begroting en een toelichting, alsmede een overzicht van de vermogenstoestand van de betreffende regionale vereniging.

Het hoofdbestuur beoordeelt de aanvraag, kan desgewenst nader informatie inwinnen en stuurt vervolgens een gemotiveerd advies aan de ledenraad, die een beslissing neemt.

Op aanvragen tot € 450 kan het hoofdbestuur zelfstandig beslissen.

Er kunnen geen bijdragen worden toegezegd, die de omvang van het fonds te boven gaan.

Het hoofdbestuur kan eveneens zelf voorstellen doen om bepaalde activiteiten vanuit het fonds te ondersteunen.

Artikel 58 Terugbetaling

Indien een lening van het activiteitenfonds is ontvangen, dient de organiserende regionale vereniging binnen 6 maanden na afloop van het evenement de lening terug te betalen.

Als de regionale vereniging niet in staat is de lening direct af te lossen, kan een betalingsregeling worden getroffen.

De ledenraad kan, op voorstel van het hoofdbestuur, besluiten om een lening geheel of gedeeltelijk om te zetten in een gift.

Artikel 59 Opheffing

Het fonds kan worden opgeheven door een besluit van de ledenraad met een gewone meerderheid van stemmen. Na opheffing wordt het saldo toegevoegd aan het kapitaal van de landelijke vereniging.

Artikel 60 Slotbepaling

Inwerkingtreding en wijziging van de bepalingen in dit reglement zijn gebonden aan hetgeen hierover in de statuten is vermeld.

In alle gevallen waarin dit huishoudelijk reglement of de statuten niet voorzien beslist de ledenraad.

April 2016