Ned-H3 winterharde fuchsia's

5.Normstelling voor beproeving fuchsia's op winterhardheid

Engelse vlag.gif (296 bytes)

Go to English version

Waarom heeft de werkgroep een referentienorm ten aanzien van de beproeving op winterhardheid opgesteld?
Bij het evalueren van eerder uitgevoerde internationale beproevingen van fuchsia's op winterhardheid bleek geen enkele van die proeven aanspraak te kunnen maken op een genormaliseerde opzet. Wat zijn de normen die gehanteerd werden voor wat betreft de kwaliteit van de winter, de winterhardheidskwaliteit van een beproefde soort en wat waren de aanvullende beoordelingscriteria ? Om te voorkomen dat de Nederlandse beproeving in Velp dit zelfde manco zou vertonen is er binnen de werkgroep een normenpakket opgesteld om fuchsia's op winterhardheid te beproeven. Cultivars die aan dit normenpakket voldoen kunnen het predikaat Ned-H3 verkrijgen.

De normstelling is gedurende de eerste vijf jaar beproeving van lieverlede opgebouwd. Daarbij legden we eerst het tijdstip vast waarop de verschillende beproefde soorten voor het eerst in bloei stonden. Die bloeiperiode wordt in sterke mate bepaald door de uitgroeisnelheid van de soort.

Winterharde fuchsia's moeten vanaf begin april met wortelscheuten opnieuw uitlopen, aangezien de takken in de winter afvriezen. Gekwalificeerde winterharde fuchsia's moeten daarom een hoge uitgroeisnelheid hebben om een voldoende lange bloeiperiode te kunnen bieden.

Tijdens de proefperiode is gebleken dat na milde winters er half juni diverse planten op het proefveld in bloei of in knop kunnen staan. Het record 'vroeg-bloeien' staat op naam van F.magellanica 'Fuchoj', [zie foto hiernaast] die daar (en afgelopen jaren meestal ook in mijn eigen voortuin) in het eerste deel van mei al volop in bloei kan staan. In maart 2000 zijn na een milde winter al weer een tiental Ned-H3's in mijn voortuin op de takken opnieuw uitgelopen.

F.mag.'Fuchoj' 44 kB.jpg (44451 bytes)

.

.F. magellanica 'Fuchoj' - In de Ned-H3 collectie heeft deze het record 'vroegbloeien'.

.

Hoe is de snelheid van uitgroeien en in bloei komen door de werkgroep genormaliseerd?
Op de navolgende wijze:
- 'in bloei op 15 juli ' : winterhardheidskwaliteit G = 'goed winterhard';

- 'in bloei op 15 augustus ' : winterhardheidskwaliteit N = 'normaal winterhard';

- ' in bloei na 15 augustus ' : onvoldoende winterhard, omdat dan de bloeiperiode van te korte duur is.

Vanaf 1987 zijn op genoemde tijdstippen de bloeiperioden genoteerd. Daarbij valt op dat het tijdstip van bloeien per soort in die proefperiode veelal een constant gegeven is. Wel was het zo dat na de strenge winter van 1990/1991 alle soorten in verhouding wat later in bloei kwamen dan in de drie voorgaande jaren met milde winters.

Opnamestaat 93Kb.jpg (95156 bytes)

Aantekenblad - Eén van de vele aantekenbladen met gegevens over de uitgroeihoogte per 15-6 en 1-1 en de bloeiperiode per 15-7 of 15-8.

Kwamen er in de reeks beproevingsjaren zowel tijdstip bloeiperiode N als G voor, dan verkreeg de betreffende soort de codering N/G. Na een langere proefperiode kan de bloeiperiode van de betreffende soort wellicht concreet met N of G worden gewaardeerd.

.

Wat is een winter met voldoende kwaliteit en hoe kan deze genormaliseerd worden vastgelegd?
Na de strenge winter 1986/1987 werd de werkgroep geconfronteerd met beproevingsperioden die een drietal meer of minder milde winters omvatten. In het voorjaar erna kwam 90 tot 95 procent van de beproefde planten weer met nieuwe worteluitlopers terug. Daarbij was het de werkgroep wel duidelijk dat niet alle 'terugkomers' dan zondermeer echt winterhard zijn.

Een tweede onderdeel van de normstelling was dan ook: een poging tot registratie van winterharde fuchsia's in Velp die winters met voldoende kwaliteit hebben overleefd.

Door de eerste collectie van zo'n 60 soorten aan de strenge winter 1986/1987 bloot te stellen had de werkgroep een eerste winter van voldoende kwaliteit. Van zo'n 35 soorten liepen een tot drie stuks in april met wortelscheuten opnieuw uit. Pas in het voorjaar van 1991 kon de werkgroep weer een winter met een goede kwaliteit voor het beproeven van fuchsia's op winterhardheid noteren en werden deze per 1 oktober 1991 gekwalificeerd als winterhard. Om toch de relatie met de Engelse winterhardheidscodering H3 te handhaven is door de werkgroep gekozen voor de aanduiding Ned-H3 voor in Nederland beproefde winterharde fuchsia's.

Weerrapport 118 kB.jpg (120279 bytes)

Officiële weerrapporten - Hiermee zijn de grafieken 'Kwaliteit winter A' en 'Kwaliteit winter B' gemaakt.

De werkgroep heeft de kwaliteit van elk van de vijf beproevingswinters in een grafiek vastgelegd, en wel op de navolgende wijze. Aan de hand van de officiële weerrapporten van het meteorologisch meetpunt van vliegveld Deelen (hiertoe behoort de regio Velp/Rheden) is de over de winterperiode 20 november tot 15 maart gemeten minimale nacht- en maximale dag-temperatuur in een grafiek uitgezet.

De grafieken van 'kwaliteit winter A' (1986/1987) en 'kwaliteit winter B' (1990/1991) vindt u in 'Referentienorm kwaliteit winter A en B'.

.

Welke aanvullende normstellingen horen bij de genormaliseerde vastlegging kwaliteit van de winter?
Een eerste aanvullende normstelling hierbij bestaat uit het noteren van het vorstgetal (zie 'Het vorstgetal bepaalt voor een deel de kwaliteit van een winter') Voor 'kwaliteit winter A' is het vorstgetal 32, voor 'kwaliteit winter B' is dat 18. Deze vorstgetallen zijn berekend aan de hand van gegevens van het meteorologisch meetpunt De Bilt door het KNMI (voor andere meetpunten zoals Deelen worden ze niet gemaakt).

Een tweede aanvullende normstelling bestaat uit het noteren van het aantal ijsdagen (dagen dat het ook overdag blijft vriezen). Dit getal betreft het aantal ijsdagen dat het meetpunt Deelen heeft vastgelegd. Voor 'kwaliteit winter A' is het aantal ijsdagen 24, voor 'kwaliteit winter B' is dat 11.

Ook zijn de weerrapporten van een ander nabijgelegen meteorologisch meetpunt (het verder naar het oosten gelegen Winterswijk, zie hierboven  de afbeelding 'Officiele weerrapporten') vergeleken met die van Deelen. Daarbij bleek dat de temperatuur toen op Deelen van enkele dagen nog enkele fracties lager lag dan die in Winterswijk. Aangezien in het verkregen rapport-Winterswijk de gegevens van een aantal dagen ontbraken, is ervoor gekozen de gegevens van het meetpunt Deelen in grafiek vast te leggen.

Om een indruk te geven hoe een dergelijke grafiek voor de strengste winter van 1850 t/m 1999 er uitziet is hieronder de grafiek 'Kwaliteit van de winter 1962-1963' te bekijken (vastgelegd door het meetpunt De Bilt); de winter met het hoogste vorstgetal 84 en de meeste ijsdagen 35 uit anderhalve eeuw. Na deze winter bleek er in de Boskoopse boomkwekerijen ontzettend veel schade te zijn aan gewassen die normaal gesproken als winterhard worden beschouwd. Vermoedelijk zullen de meeste als winterhard gekwalificeerde fuchsia's tegen een dergelijke strenge winter ook niet bestand zijn.

Grafiek 1963 130 kB.jpg (132877 bytes)

Kwaliteit van de winter 1962/1963 - Deze strengste winter van de eeuw had een vorstgetal 84 en telde 32 ijsdagen (hier van meetpunt De Bilt). Horizontaal uitgezet de temperatuur van +14°C naar  -18°C; verticaal de dagen uitgezet van 20 november 1962 tot 10 maart 1963

                                                                                                                                     Een voorbeeld van een zeer milde winter geeft onderstaande grafiek 'Kwaliteit van de winter 1989/1990', met nu ook weer de gegevens van het meetpunt Deelen. Een dergelijke winter heeft klaarblijkelijk (net zomin als de wat minder milde winters van 1987/1988 en 1988/1989) niet de goede kwaliteit om fuchsia's op hun winterhardheid te beproeven.

Grafiek 1990 124 kB.jpg (126589 bytes)

Kwaliteit van de winter 1989-1990 - Met een gemiddelde temperatuur van + 6,9°C, een vorstgetal 3 en 4 ijsdagen de mildste winter van de voorgaande eeuw. In voorjaar 1990 was er toen veel uitval doordat al ver uitgelopen grondscheuten de combinatie nachtvorst en vroege ochtendzon niet overleefden..

                                                                                                                                     Een derde aanvullende normstelling bestaat uit het vastleggen van specifieke weersomstandigheden, of ze nu de kwaliteit van de winter positief of negatief beïnvloeden. Een positieve invloed op de kwaliteit van de winter is bijvoorbeeld de aanwezigheid van een sneeuwdek tijdens strenge vorstdagen. Een dergelijke winter komt in kwaliteit overeen met een winter met wat minder strenge vorst, maar waarvan de kwaliteit negatief wordt beïnvloed door een straffe koude, uitdrogende wind.

.

Wat zijn de meer gedetailleerde gegevens over 'kwaliteit winter A' en 'kwaliteit winter B'?
'Kwaliteit winter A' was qua temperatuur - met onder andere de op kwekerij Overhagen gemeten minimumtemperatuur van -21°C -  wel extremer dan 'kwaliteit winter B'. Maar tijdens die lage temperaturen waren de planten toegedekt door een sneeuwdek. Helaas kon het aantal sneeuwdagen in de grafiek niet ingetekend worden, aangezien achteraf gegevens hierover ons ontbraken.

'Kwaliteit winter B' kende wat minder lage temperaturen en duurde ook wat minder lang, maar telde wel een aantal dagen met een straffe koude en uitdrogende wind. In weerberichten werd toen gemeld dat het als gevolg van deze wind aanvoelde als -25°C, terwijl de thermometer ' slechts ' een temperatuur van -16°C aangaf.

Deze afwegingen waren voor de werkgroep aanleiding winters A en B te beoordelen als ongeveer gelijkwaardige goede beproevingswinters en deze voortaan als Referentie beproevingsnorm voor het beproeven van winterharde fuchsia's (in USDA-zone 7) te gebruiken.

.

Kan deze beoordeling van de kwaliteit winter {oftewel de Ned-H3 Referentie beproevingsnorm) ook in andere Europese landen worden gebruikt?
Als we de kwaliteit van de winter van andere landen in Europa vastleggen aan de hand van officiële weerrapporten - zoals die gelden voor de naaste omgeving van het betreffende proefveld - dan dienen we bij voorkeur dezelfde normstelling te hanteren.

Voorts is het interessant om te bekijken of deze zelfde normering ten aanzien van gekwalificeerde winterharde fuchsia's ook buiten Nederland geldt. Dat kunnen we doen door de klimaatzone in Velp (USDA-zone 7) te vergelijken met de klimaatzones in andere landen/landdelen. Landen als Zwitserland, Oostenrijk en Zweden  kennen inmiddels beproevingen van bepaalde fuchsia's op winterhardheid met positieve resultaten.

Tijdens het congres van Eurofuchsia 1992 in Haarlem werd op voorstel van de Franse vereniging de Nederlandse 'Referentie beproevingsnorm' als uitgangspunt voor het beproeven van winterharde fuchsias in de aangesloten landen aangenomen. Anno 2000 is te constateren - via geraadpleegde fuchsia tijdschriften/boeken/internetsites - dat hiervan niet veel is terecht gekomen. Een hoofdoorzaak is een taalprobleem, namelijk het feit dat het boek 'Winterharde fuchsia's', waarin alle gegevens over de 'Referentie beproevingsnorm' zijn opgenomen, alleen in de Nederlandse taal is verschenen (dit boek is inmiddels uitverkocht). Wellicht kan de ook in het Engels vertaalde site 'Ned-H3 winterharde fuchsia's' van deze Gelderse Fuchsia Info-site daar verandering in brengen. Helaas in december 2003 is helaas die verandering nog niet te signaleren!

home blauw 4 kB.gif (3312 bytes)           Back blauw 4 kB.gif (3295 bytes)           Next blauw 4 kB.gif (3319 bytes)

 'Gelderse Fuchsia Info-site' - c-28-Updated 2 kB.gif (1754 bytes) november 2008